Gastbijdrage van Peter Van Els
Als iemand het vandaag de dag heeft over liberalisme, of neoliberalisme, dan is dat meestal in negatieve zin. En dat is opvallend, want het liberalisme werd oorspronkelijk in het leven geroepen om de burger te ‘liberaliseren’, dus te bevrijden, van de heersende elite. Hoe is het moderne liberalisme dan verworden tot een nieuw instrument van onderdrukking? En waarom wordt het tijd deze dominante stroming opnieuw tegen het licht te houden?
Zoveel mogelijk vrijheid
Het liberalisme is min of meer een kind van de Franse Revolutie, waarin zowel de midden- als de onderklasse in opstand kwamen tegen de onderdrukking van de adel. Een stroming die, gezien de absolutistische macht van de laatste, volkomen gerechtvaardigd was. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, daar ging het om.
Na het omverwerpen van de feodale heersers vond men het tijd om een maatschappij op te richten met zoveel mogelijk vrijheid van het individu. In wezen streven liberalen (en ook neoliberalen) naar een samenleving waarin burgers grote vrijheden genieten, zoals de burgerrechten die het individu beschermen, en maatregelen die de macht van de staat beperken. Het liberalisme heeft ons dus veel goeds gebracht.
Toch is deze formule (zoveel mogelijk vrijheid = zo weinig mogelijk overheid) in de moderne tijd aanstichter van veel ongelijkheid en onderdrukking. Waarom?
Vrije markt
Een van de zaken die de liberalen onder het juk van de machthebbers vandaan wilden halen was de economie van een land. Er moest een vrije markt komen. Met een dergelijke economie, dacht men, was men niet langer afhankelijk van de grillen van de koning of een feodale heer, en kon iedereen een eerlijk loon krijgen. In de vrije markt zou iedereen weliswaar eigenbelang nastreven, maar daarmee collectief welvaart creëren. Het zelfregulerende effect van een markt, heette dit.
En daar zit hem de angel. Want in een vrije markt zijn we weliswaar bevrijd van de feodale heerser, maar hebben we er een nieuwe heerser bij gekregen. Namelijk de markt zelf. De zelfregulerende markt is de nieuwe heilige graal geworden. De nieuwe koning.
Liberalisme betekent, in de hedendaagse werkelijkheid, vrijheid voor enkelen en onderdrukking en te lage lonen (toenemende moderne slavernij) voor de meesten. Efficiëntie en steeds meer winst zijn het hoogste goed in het kapitalistisch systeem. Hoe liberaler het beleid, hoe groter het inkomensverschil. Mensen worden ertoe aangezet om elkaar te kannibaliseren en voordeel te halen ten koste van anderen. Iedereen is een concurrent geworden, dus niemand is te vertrouwen. Welkom in de competitie-samenleving.
Nieuwe ongelijkheid
Liberalisme wil ons doen geloven dat succes afhangt van individuele inspanningen en talenten. ‘Ieder mens is gelijk’, zegt het liberalisme. Maar dit uitgangspunt gaat voorbij aan het feit dat iedereen ongelijk ter wereld komt. Mensen zijn wel gelijk, maar hun sociale en economische positie zijn dat helemaal niet. Je omgeving en je afkomst zijn bijzonder bepalend. Zijn we geboren in een welvaartsland, hebben we rijke ouders, dan zijn we bevoorrecht, maar komen we uit een arm land, of hebben we arme ouders, dan is dat bepalend voor de toekomst en dat scheidt de mensen al vanaf de eerste momenten van het leven.
Met andere woorden, het liberalisme is dan wel met nobele ideeën begonnen, maar een volledig vrije markt heeft een nieuwe ongelijkheid geschapen: die van de haves en de have-nots. De rijken, die in staat zijn de markt naar hun hand te zetten, zijn in feite de nieuwe adel geworden.
Iedereen wordt verantwoordelijk geacht voor zijn eigen succes. Je moet vaardigheden ontwikkelen om je persoonlijke marktwaarde te verhogen. Je moet het halen ten koste van de ander. Liberalisme is een politiek van en voor de elite en sluit het merendeel van de bevolking uit. De bekende 1% van de bevolking heerst over de overige 99%. Het neoliberalisme van na de Tweede Wereldoorlog had een bijsturing moeten zijn van het aloude liberalisme, maar is alleen maar een ongebreidelde voortzetting geworden.
Moraliteit van het menselijk leven
Wat is nu de invloed van het liberalisme op de maatschappelijke en persoonlijke moraal? Die is verwoestend, zoals we overal kunnen zien.
Sociale banden en solidariteit worden systematisch afgebroken. Men volgt geen opleiding of onderwijs meer in het kader van algemene ontwikkeling en vorming, maar in het kader van professioneel succes. Iedereen wordt verantwoordelijk geacht voor zijn eigen succes of falen. De competitie blijft niet beperkt tot onderwijs en arbeidsmarkt, maar breidt zich verder uit over het maatschappelijk leven. Zo is ook de zorg ondertussen een product geworden. Met als gevolg dat de efficiëntie van een verpleegkundige afgemeten wordt aan het aantal minuten dat hij of zij nodig heeft om een bejaarde man of vrouw te wassen.
Globaal gesproken is het nog veel erger. Miljoenen, zo niet miljarden mensen zijn gedood, uitgehongerd en onderdrukt voor de hebzucht van enkelen. Hele volksstammen zijn uitgemoord, ontelbaar veel dieren zijn al uitgestorven of worden ernstig bedreigd. Ook onze Planeet Aarde wordt totaal leefgeroofd, vernietigd en vergiftigd.
De maatschappij is uitgegroeid naar een mentaliteit van, ‘the winner takes all’
Het gevolg is dat steeds meer mensen afhaken en dat het zelfrespect van mensen ernstig wordt beschadigd. Vernedering, schuld, schaamte, faalangst, burnouts, stress, depressies, zelfdodingen zijn aan de orde van de dag. Liegen en bedriegen, om maar beter voor de dag te komen, anders word je genadeloos afgerekend. Pesten en kwaadsprekerij over anderen, vaak minderheidsgroepen, om dat ‘superioriteitsgevoel’ te behouden en te bevestigen en dat ondermijnd de natuurlijke verbondenheid tussen mensen. Mensen zijn competitief, maar ook sociaal aangelegd, want een mens alleen overleeft niet. We zijn sociale dieren, we hebben de ander juist nodig. Samenwerking in plaats van competitie.
Neoliberalisme, zo lijkt, haalt het slechtste in ons naar boven. Als geld de moraal is, dan is alles geoorloofd.
Op naar een nieuwe wereldvisie
Kortom: wat ons van de onderdrukking moest bevrijden, is juist de oorzaak van wereldwijde onderdrukking geworden. Onze hedendaagse regeringen zijn verdedigers van het kapitalisme en liberalisme. Dat we in een democratie leven, is slechts schijn. In feite leven we in een oligarchie en kleptocratie, die doet alsof het een democratie is.
“We zouden naar een strengere zakelijke én politieke moraal moeten streven, met rechtvaardigheid als basis. Een constructie die de groeiende ongelijkheid stopt, die ‘simpele’ arbeid beter beloont, die de taart eerlijker verdeelt en markt excessen beperkt.” Roxane van Iperen in Vrij Nederland
Het is hoog tijd dat we op zoek gaan naar een nieuwe wereldvisie. Een visie die de heiligheid van alle leven centraal stelt.
Als er voldoende werk is, met een fatsoenlijk loon. Als mensen een zekere toekomst hebben, zoals een baan, huis, eten. Als de zorg toegankelijk blijft voor iedereen, zowel lichamelijke-, geestelijke- en ouderenzorg. Iedereen naar school kan gaan en waar onafhankelijk onderwijs wordt gegeven en toegankelijk is voor iedereen. Er een eerlijkere en rechtvaardigere verdeling is van de lasten, waar de sterkste schouders de grootste lasten dragen en waar de zwakkeren van de samenleving beschermd worden. De ketting is zo sterk, als de zwakste schakel. Waar waarheid, transparantie en vrijheid hand in hand gaan. Waar individuele en collectieve bewustzijn gestimuleerd wordt en groeit. Waar het individu voldoende kansen krijgt om zichzelf te ontwikkelen.
Kortom; Wanneer wij, het volk, wij mensen, wij allen, gevoed worden met de juiste ingrediënten, kan er wereldvrede en voorspoed voor iedereen zijn. Wanneer er iemand is die zo charismatisch zou zijn, die de ziel en harten raakt van iedereen, zoals wijlen Martin Luther King, Nelson Mandela, of Mahatma Gandhi, zouden hedendaagse volksmenners en charlatans geen voedingsbodem hebben.
Peter Van Els, 10-04-2018 (Lanaria Amberkira)
Speciale dank voor de nieuwe inzichten: Paul Verhaeghe, Roxane van Iperen, Alasdair MacIntyre, Richard Sennett, Richard Wilkinson en Hans Achterhuis.