Gemeentes hoeven niet langer aan de leiband van de landelijke overheid te lopen bij het invoeren van het basisinkomen (BI). Dankzij de introductie van een eigen lokale munt kan de gemeente een meer onafhankelijk financieel beleid gaan voeren. Daar kan ook de instelling van een basisinkomen bij horen in plaats van de alom gehate en denigrerende bijstandsuitkering.
Op dit moment heeft Den Haag aan enkele gemeenten toestemming gegeven te experimenteren met het basisinkomen. Ieder weet dat dit slechts een doekje voor het bloeden is. Deze experimenten benaderen niet de praktijk van een echte invoering van het BI, omdat het altijd op kleine schaal gebeurt voor een beperkte periode. Bij de invoering van een soort basisinkomen, zoals in 1948 met de AOW, is ook nooit vooraf geëxperimenteerd. En achteraf is dit toch de meest succesvolle financiële ondersteuning van de bevolking ooit geweest.
Vier jaar geleden deed ik mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Utrecht, wij introduceerden het basisinkomen als oplossing tegen armoede en miserie in de gemeente. Ons verhaal was goed doortimmerd maar ging mank op het stuk van de financiering van het basisinkomen, want daarover kon toch alleen de landelijke overheid beslissen?
In de tussentijd zijn er allerlei ontwikkelingen die neigen naar meer autonomie van de gemeenten. Denk aan de zorg en het uitvoeren van de Participatiewet. De landelijke overheid heeft veel taken gedelegeerd aan de gemeente, vandaar dat het helemaal niet zo vreemd is voor een gemeente om een zelfstandiger financieel beleid te gaan voeren.
Lokale munt
Om te beginnen zou een gemeente een lokale munt naast de euro kunnen uitgeven en ondersteunen. Software systemen zijn er al voor, dus hiervoor hoeven geen extra investeringen te worden gedaan. Op deze manier zou de lokale middenstand meer omzet kunnen krijgen en als de gemeente meedoet aan deze geldstroom (bijvoorbeeld door het ontvangen van gemeentelijke belastingen in lokale munt) krijgt de munt ook het nodige vertrouwen.
Met de lokale munt creëert de gemeente een extra geldstroom die uitsluitend lokaal kan worden besteed. De lokale munt wordt immers alleen in de plaats geaccepteerd en blijft zo plaatselijk circuleren.
Als iemand lokaal geld spendeert in een lokale winkel, kan de winkelier dit geld weer gebruiken om voorraden te kopen van andere lokale ondernemers en plaatselijke belastingen betalen. De winkelier kan bijvoorbeeld van een lokale boerderij kaas betrekken. Deze boer kan op zijn beurt een plaatselijke architect betalen om een deel van zijn stallen te renoveren. Als iemand zijn geld uitgeeft in een supermarkt van een supermarktketen zal meer dan 80% van hun geld de gemeente verlaten.
De lokale munt zal niet alleen de plaatselijke economie stimuleren, maar ook de band binnen de gemeenschap versterken. In het algemeen is het gebruik van een lokale munt een verdedigingsstrategie tegen de invloed van bijvoorbeeld een nationale economische crisis. Een mooi voorbeeld van een sterke lokale munt is de Bristol Pound in het Verenigd Koninkrijk.
Geldschepping
Daarnaast zou de gemeente een eigen bank kunnen oprichten die net als iedere andere particuliere bank geld kan uitlenen, in dit geval zouden ze via deze bank lokaal geld kunnen uitgeven (geldschepping). Dit biedt de gemeentelijke overheid dus extra mogelijkheden om de lokale economie te stimuleren. Niet een commerciële bank bepaalt dan het kredietbeleid, maar de gemeente. Niet de winstgevendheid telt, maar het kredietbeleid sluit aan bij de behoeften van de burgers van de gemeente. De gemeentelijke overheid is er immers voor het welzijn van de burgers (ook al heeft het er de laatste jaren alle schijn van dat de overheid dit vergeet en de burger wantrouwt)
Basisinkomen
En wat te denken van de koppeling tussen een zelfstandig financieel beleid en de invoering van het basisinkomen binnen de gemeentegrenzen? De obstakels die de landelijke overheid opwerpt kunnen worden omzeild als een gemeente een zelfstandiger financieel durft te voeren. Een van de eerste sancties van de landelijke overheid bij het niet uitvoeren van landelijk beleid is de geldtoevoer inperken. Een financieel slimme gemeente kan zich hiertegen weren met zijn lokale munt en bijpassende geldschepping. Nu moeten we nog op zoek naar een politieke beweging die de ballen heeft om hiermee aan het werk te gaan, ten dienste van de burger!
Rob Vellekoop, 12 december 2017