Mark Boyle leeft van 2008 tot 2011 zonder geld. Hij doet dit alleen en woont in een caravan. Hij heeft geen bankrekening meer. Hij wil aan den lijve ondervinden wat het is om zonder geld te moeten overleven. Aan deze periode houdt hij een aantal waardevolle inzichten over. Hij beschrijft deze in zijn boek Moneyless Manifesto, hier kan je het downloaden (Engelstalige versie)
Geldloos leven
“Het was echt belangrijk voor me om mijn bankrekeningen op te geven, hierdoor was er geen veiligheidsnet meer. Dat is de sleutel, denk ik. Ik denk dat wanneer ik nog een safety net zou hebben gehad ik niet de voordelen ervan zou hebben gekregen. Ik leefde nu van moment tot moment, van dag tot dag..”
Aanvankelijk neemt hij zich voor een jaar lang geldloos te gaan leven, maar na twaalf maanden voelt hij zich gelukkiger, gezonder en fitter dan ooit. Hij geeft in zijn ogen een aantal kleine dingen op zoals het gaan naar de bioscoop en chocolade eten. Daar staat echter tegenover dat hij zijn vrijheid ‘terugkreeg en zijn onafhankelijkheid om alleen die dingen te doen die zijn hart hem ingeeft’. En hij vindt dat hij zelfs echt controle over zijn leven krijgt. Voor het eerst in zijn leven voelt hij zich bewust in verbinding met de natuur.
Je zou verwachten dat deze Ier geld beschouwt als bron van alle kwaad, maar dat doet hij niet. Hij zegt dat het verwarde besef over wie we zijn de bron is van onze persoonlijke, sociale en ecologische crises. Geld draagt hieraan bij door deze verwarring te bevestigen en te handhaven.
Boyle zegt dat geld de veroorzaker is van afval. Dit komt doordat dit een afstand schept met de zaken die we eten en gebruiken. Als er geen geld is heb je een hele andere band bijvoorbeeld met eten en drinken. Hij schrijft in zijn boek hierover:
“Toen ik twee en een half jaar zonder geld leefde, verspilde ik niets, omdat alles waardevol was.
Als ik ‘s nacht de caravan uitging om te plassen tijdens de koude donkere winter avonden, blies ik eerst de bijenwas kaars uit om deze beperkte bron te sparen. Als ik struikelde over dood hout dat rondom lag in de zomer, dan verzamelde en sloeg ik dit op om te branden in de winter. Als ik een aansteker op straat vond, raapte ik het op en gebruikte het, omdat dit mij twintig minuten scheelde om zelf vuur te maken. Ieder beetje eten dat ik had werd opgegeten. Als ik acht flessen cider had om de hele winter door te komen, dan dronk ik dit spaarzaam als de situatie er om smeekte, en zeker niet alle acht in een avond. Ik had geen afval emmer. Alles werd of gebruikt of hergebruikt inclusief het afval dat van mijn eigen lichaam kwam. Leven was niet cyclisch, maar lineair.”
Over deze verbinding zegt hij ook:
“Als we ons eigen voedsel zouden verbouwen, dan zouden we niet een derde weggooien zoals we nu doen. Als we onze eigen tafels en stoelen zouden maken, dan zouden we deze niet weggooien als we onze inrichting zouden veranderen. Als we ons eigen drinkwater zouden moeten reinigen, zouden we het waarschijnlijk niet verontreinigen.”
Een andere illusie die hij doorprikt is dat geld onafhankelijkheid geeft aan de eigenaar. Hij vindt dat we geen echte onafhankelijkheid kunnen bereiken via geld. We kunnen alleen onze afhankelijkheid verplaatsen van de ene plek naar de andere: van mensen en plaatsen om ons heen, naar geld en instellingen waarmee het ons verbindt. De mens is, zegt Boyle, volkomen afhankelijk van de rest van het leven om ons op te vangen.
Geld suggereert dat we alles onder controle hebben. Gelukkig zoeken we steeds meer weer onderdeel te worden van de levenscyclus in al zijn dimensies.
Geldloze samenleving
De geldloze economie is voor Boyle een model dat zijn deelnemers in alle mogelijke behoeften voorziet, waarbij zaken en diensten onvoorwaardelijk met elkaar worden gedeeld. Alles wat wordt gebruikt is op loopafstand beschikbaar. Een dergelijk systeem houdt rekening met al het leven, als een geheel. Een dergelijke samenleving is een gift economie en honderd procent lokaal. Boyle spreekt de hoop uit dat onze wereld nooit zal veranderen in eentje waarbij iedere centimeter van onze planeet een prijs heeft en waar iedere handeling een tegenprestatie vereist.
Het is zijn droom dat we op zekere dag in een samenleving leven die ons inspireert en een goed gevoel zal geven, iets waartoe een monetaire economie nooit in staat zal zijn.
Lokaal
Boyle zegt dat zijn idee van een geldloze samenleving als extreem gezien wordt, maar dat dit niet extremer is dan de geglobaliseerde economie waarin we tegenwoordig leven. In een honderd procent lokale economie, waarbij in alle behoeften met lokale producten wordt voorzien, van onze schoenzolen tot de zaken die nodig zijn om vuur te maken. Hij ziet wel in dat we van een dergelijke economie duizenden kilometers verwijderd zijn.
Verschillende mensen, zeggen dat om dit te bereiken een revolutie nodig is of een ineenstorting van de huidige economie. Dit lijkt Boyle niet ondenkbaar. Heel veel van de spullen die we nu hebben en gebruiken zullen lokaal niet meer geproduceerd kunnen worden (denk aan allerlei technisch geavanceerde zaken, mobiele telefoons, tv toestellen, e.d.). Boyle heeft hier geen problemen mee, want zegt hij, deze geavanceerde technologieƫn maken ons toch niet gelukkig. De mensheid is nooit eerder zo depressief geweest, merkt hij fijntjes op. Zij die leven in minder technologische samenlevingen zijn veel gelukkiger.
TOEKOMST
We kunnen niet de aarde blijven uitputten op de manier waarop we nu bezig zijn. Geld domineert echter ons denken, dus daar stappen we niet zo gemakkelijk van af. Het kan echter wel in stappen en fasen. Die fasen beschrijft Boyle ook in zijn boek. Deels geldloos leven is in eerste instantie ook een optie. Hierdoor verminder je je afhankelijkheid van geld en groeit ondertussen je verbinding met de lokale gemeenschap en het milieu. Op de wereld bestaan nog steeds kleine gemeenschappen die geldloos leven, dus in de praktijk is het nog steeds een haalbare kaart. En naast Boyle zijn er nog meer mensen die zonder geld leven of hebben geleefd.
Ik denk dat we deze mensen moeten zien als boodschappers van een toekomst zonder geld die zeker in het verschiet ligt. Of anders gezegd deze toekomst zal ooit weer terugkomen. Ondertussen kijk ik vol bewondering naar deze pioniers, die het durven opnemen tegen de terreur van de massa die gebrek aan geld afwijst en ziet als iets minderwaardigs.
Rob Vellekoop, 1 juni 2018